Qi bal gong

De Qi bal serie is een serie van 6 oefeningen die je snel de ervaring met het voelen van Qi kan geven. Het zijn eenvoudig te leren bewegingen waarbij de nadruk ligt op het langzaam uitvoeren met de volle aandacht op de handen.

Algemene aanwijzing: Doe de oefeningen langzaam en met de volle aandacht tussen de handen die met de handpalmen naar elkaar gericht blijven zodat je “de bal kan blijven vasthouden”. Kijk zoveel mogelijk naar de handen. Zorg dat je in de Qigongstand staat waarbij je liezen zacht zijn, je knieën van het slot en je voeten recht staan (buitenzijde voeten kun je ter ondersteuning langs een rechte lijn plaatsen)

Ademhaling: Op de uitademing gaat de “bal” van je af, op de inademing komt de “bal” weer voor je Dantian (buik)

Frequentie: Doe de oefeningen 9x (oefening links en rechts telt samen als 1)

Therapie: Deze serie werkt versterkend voor het middengebied en kan therapeutisch gebruikt worden bij hartritmestoornissen, verstoring van de Kringloop en Driewarmer en voedt het Wuxing element Aarde en helpt stagnatie van Hout op te lossen.

Oefening 1:
Strek de bal naar boven, iets achterover (op de uitademing).
Op de inademing breng je de bal terug voor je buik, terwijl je inzinkt.
Op de uitademing buig je de knieën diep en leg je de bal achter het lichaam tussen de hielen op de grond.
Op de inademing komt de bal weer terug voor de buik en heb je de oefening 1x gedaan (nog 8 te gaan)

qi bal
Op de uitademing breng je de bal zover mogelijk schuin links omhoog. Rek hierbij zo ver mogelijk uit waarbij de hiel van de grond komt, blijf naar de bal kijken.
Op de inademing breng je de bal terug voor je Dantian waarbij je inzinkt.
Breng nu de bal schuin rechts omhoog en vervolgens weer terug voor de buik. Je hebt de oefening nu 1x gedaan.

Oefening 3:
De bal komt voor de buik omhoog.
Ter hoogte van het borstbeen draai je de handpalmen naar voeren en duw je de handen van je af alsof je de bal onder water duwt. Zink hierbij in maar houdt je lichaam recht. Doe dit 9x met het linkerbeen voor en 9x met het rechterbeen voor.

Oefening 4:
Sta op één been
Op de uitademing duw je de andere voet en “de bal” zover mogelijk naar voren waarbij je de tenen naar je toe trekt.
Op de inademing breng je de voet weer terug naast de andere voet (de voet blijft wel van de grond) en breng je de “bal” terug voor je buik.
Op de uitademing breng je de handen en de voet achter je lichaam, de handen blijven hierbij met de handpalmen naar elkaar “de bal” vasthouden. Strek het been zover mogelijk 90 graden van het lichaam naar achteren waarbij je tevens de tenen strekt.
Op de inademing breng je been naast het andere been en “de bal” weer voor je buik. Wissel vervolgens van been en herhaal bovenstaande beweging. De beweging zowel op het linker standbeen als op het rechter standbeen uitvoeren telt samen als 1 beweging (nog 8x te gaan)
Ter bevordering van de balans is het goed om op je standbeen in te zinken en je voet goed te verbinden met de aarde (wortelen)

Oefening 5:
Breng de bal opzij, afwisselend links en rechts van je lichaam. Bij het naar rechts gaan is de rechterhand het verst van je af. Leg de bal naast je neer waarbij je inzinkt. Houdt het gewicht gelijk over beide voeten (50/50) en de aandacht in de handen.

Oefening 6:
Op de uitademing draai je de bal op Dantian (navel) hoogte naar links waarbij je als het ware met de achterste hand de bal (en je voorste hand) duwt. Breng nu de bal naar rechts op dezelfde manier. Hierdoor wisselt de aandacht in de handen telkens van de linker- naar de rechterhand.

BewarenBewaren

Reacties zijn gesloten.