Het leven berust op twee componenten, energie en substantie. Als één van deze componenten onvoldoende of overmatig aanwezig is, is de mens ziek. Als één van deze componenten geheel ontbreken is er geen leven. De dood betekend dat energie en substantie uit elkaar gaan.
Yang is het onzichtbare, de energie die Qi en warmte aan het lichaam geeft en het lichaam incl. de geest in leven houdt
Een tekort aan Qi uit zich in eerste instantie door vermoeidheid en concentratiegebrek.
Een overmaat aan Qi bestaat niet, omdat Qi altijd een positieve uitwerking heeft.
Een tekort aan Yang uit zich in koude en geestelijke- en/of mentale uitputting.
Een overmaat aan Yang uit zich in een rode gelaatskleur, woede of hyperactiviteit.
Yin is al het substantiële, het zichtbare; lichaamsvloeistoffen, bloed, botten, weefsel, spieren etc.
Een tekort aan Yin geeft onrust, afwezigheid, magerheid en nerveusheid
Een overmaat aan Yin geeft vochtophopingen, verstoppingen van de bronchiën, oedeem, cellulitis, zwaarlijvigheid, somberheid.
Als Yin en Yang in balans zijn, is het lichaam en de geest gezond. Het lichaam is constant bezig om deze balans in het lichaam te behouden. Als het ene orgaan tijdelijk te weinig Qi heeft, zal het voorliggende orgaan dit aanvullen. Echter moet dit orgaan zelf dan wel over voldoende Qi hiervoor beschikken en moet er geen blokkade tussen de orgaansystemen zijn.
Als er in één of meerdere orgaansystemen langdurig een disbalans is ontstaat er een ziekte.
Print versie